Ga naar de inhoud

Carolus Winterink (1896-1945)

Carolus Winterink was van beroep boekhouder en voor de oorlog voorzitter van de Haarlemse afdeling van de CPN. Zijn naam komt al in 1928 voor in de rapportage van de politie inlichtingendienst.

Ook op de lijst “links-extremistische personen” van de Politieke Inlichtingendienst uit 1939 – een lijst die ook in handen viel van de Duitse bezetter – komt zijn naam voor. Daarin wordt hij omschreven als een “vooraanstaand communist” en “speelt belangrijke rol in M.A.S.”, de Marxistische Arbeiders School. Ook leidt hij bijeenkomsten van de V.V.S.U, de Vereniging Vrienden van de Sowjet-Unie.

Volgens een verslag van de procureur-generaal en directeur van politie was Winterink in 1928 eveneens secretaris van het bestuur van de Liga tegen Imperialisme en Koloniale Overheersching.

Antifascisme

Als afdelingsvoorzitter was Winterink een vooraanstaand gezicht van de Haarlemse CPN. Zo sprak hij ook op een lezing die de Haarlems-Italiaanse communist Angelo Agosti gaf over de opkomst van het fascisme in Italië. Zulke bijeenkomsten, waarbij Agosti waarschuwde voor het gevaar van het fascisme in zijn moederland – een in de ogen van de Nederlandse regering “bevriende natie” -, stonden onder scherp toezicht van de politie.

Daniela Tasca schreef daarover: „Agosti was kind aan huis bij de CPN. Al voor de oorlog vroeg de club hem een lezing te verzorgen over het opkomend fascisme. Risicovol, want het politiebureau kon de communisten goed in de gaten houden; ze hoefden alleen maar door het raam te kijken. In zijn dagboek beschrijft Agosti hoe hij door het oog van de naald kroop. Aan het eind van zijn lezing stond de politie voor de deur. De voorzitter Carolus Winterink – die in 1944 vermoord zou worden in Dachau – wist de spionnen om de tuin te leiden. Agosti kon vluchten en zijn aantekeningen voor de lezing snel wegstoppen.”

Arrestatie en overlijden

Na de Duitse inval in de Sovjet-Unie, op 21 juni 1941, verhevigde de jacht op communisten. Winterink werd op 25 juni in Haarlem opgepakt. Hij kwam op 2 oktober 1941 aan in kamp Amersfoort en op 15 januari 1943 in kamp Vught, waar hij tewerkgesteld werd in de Philipsfabrieken. Op 24 mei 1944 werd hij op transport gesteld naar het Duitse concentratiekamp Dachau. Naar Duitse opgave overleed hij daar op 13 februari aan “vlektyphus”. Carolus Winterink werd 48 jaar oud.

Voor het identificatieonderzoek werden na de oorlog enige persoonsgegevens opgetekend. Winterink werd omschreven als ‘1.76m lang’, met ‘donkerblond’ haar en een ‘lang smal’ gezicht. Hij was rechtshandig. Met als aantekening: “In het kamp Vught zijn echter nog kiezen getrokken (weet niet welke)”. Bij zijn overlijden tekende de kampadministratie nog luguber op dat er 5,05 Reichsmark kantinetegoed open stond en was komen te vervallen.

Bronnen:

Carolus Johannes Jacobus Winterink
Geboren: Amsterdam, 30 augustus 1896.
Overleden: Dachau, 13 februari 1945.
In 1924 getrouwd met W.S. Winterink-Ebeling.
Van 1931 tot 1942 woonachtig aan Kempstraat 3 te Haarlem.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *